Categoriearchief: Overpeinzingen

In mijn gedachten kom ik overal – zestien overpeinzingen van Rob Toornend.

1. Denkvermogen

Denken is een belangrijk vermogen van de mens, en dat denkvermogen is een wonder. Een mens denkt veel of weinig, met grote of geringe intensiteit, maar denkt altijd, goed of slecht, gericht of verward. Denken wordt ̶ als een onzichtbare activiteit in ons ̶ mede in relatie gebracht met de wereld buiten ons door praten, luisteren en zien. Om een gedachte in een gewenste richting te stimuleren, dient dat praten, luisteren en zien positief te zijn en mag daarmee geen tegengestelde kracht worden ontwikkeld. Tegengestelde krachten bemoeilijken het zo noodzakelijke denken. Pratend kan beperkt worden gedacht en tijdens geconcentreerd denken kan niet goed worden geluisterd. Door praten is het mogelijk een gedachte op te roepen, maar zelden zal sprake zijn van een harmonische opvulling van de stilte door praten. Weinigen beheersen het woord voldoende om dat als muziek in de stilte te kunnen brengen. Toch is het niet te hopen dat iedereen die deze kunst niet beheerst er het zwijgen toe doet.

Lees verder

2. Een tijdelijke stip

Tijd en ruimte zijn niet te bevatten, want zonder begin en einde is niets te verklaren. De aarde is een tijdelijke stip in een evoluerend heelal en de hoogste wetenschap van de mens reikt tot deze stip. Zelfs voor die beperkte ruimte is deze wetenschap niet volledig, en dat dwingt tot berusting in het niet-weten, in het nooit zullen weten en het moeten onderkennen van de ondergeschiktheid van de mens aan het geheim van tijd en ruimte. Het leven van de mens heeft een begin en een einde in die tijd en ruimte. De wetenschap over de mens is veelomvattend, maar stuit op een vergelijkbaar geheim binnen de mens, want denken is niet goed te verklaren. Bij diep nadenken gaat de aandacht ook naar het denken zelf en blijkt het onverklaarbare eveneens binnen de mens aanwezig. Buiten de geheimen van tijd, ruimte en denken is wel heel veel te bevatten, maar ook hier is de wetenschap begrensd. En aan wat onbekend is, kleeft de verwachting dat het ooit bekend zal worden. Het willen doorgronden van het onbekende lijkt een vanzelfsprekendheid en wordt als zodanig aanvaard, zonder daar een geheim in te zien.

Lees verder

3. Vrijheid

Vrijheid wordt getypeerd in gevleugelde woorden als: de ware vrijheid luistert naar wetten; vrijheid in gebondenheid; vrijheid is het hoogste goed; vrijheid en gelijkheid. Er is veel geschreven over het begrip ‘vrijheid’. Het wordt als levensvoorwaarde onderkend, en het is daarom zo wonderlijk dat er bij de mens een natuurlijke neiging is om de vrijheid van anderen, maar ook van zichzelf te beperken. De enige beperking moet zijn dat de eigen vrijheid de ander niet mag kwetsen, belasten of diens vrijheid beknotten. Blijkbaar is die beperking voor velen onvoldoende, want zij brengen meer grenzen aan hun eigen vrijheid. Zij lopen mee met anderen, berusten in meer beperkingen, zwijgen als ze ‘nee’ moeten zeggen, lachen als er niets valt te lachen en slapen als ze moeten waken.

Lees verder

4. Zicht op licht

De zon is de bron van het werkelijke licht. Het licht ontstaat uit de aan het oppervlak optredende kernprocessen. Als gevolg daarvan verliest de zon per seconde vier miljard kilogram van haar massa. Ze zal daardoor ooit vergaan, maar dat duurt nog een lange tijd; onze zon blijft nog miljarden jaren bestaan. De aarde zal naar verwachting beduidend korter voortbestaan. De kernprocessen met hun hitte van miljoenen graden Celsius zijn bij de mensheid inmiddels wel bekend. De wetenschap daarover heeft zich snel ontwikkeld: in 1860 werden atomen en moleculen ontdekt; in 1897 elektronen; in 1932 neutronen en protonen; daarna kernenergie. De huidige symbolische betekenis van ‘het zien van het licht’ is vooral te danken aan het gewicht dat er in het verleden in die zin aan is gegeven.

Lees verder

5. Kunst verbindt

Onze aardbol zal in dit oneindige heelal niet de enige bewoonde planeet zijn. Onze wereld lijkt wel groot, maar is relatief klein. Het is dan ook bijzonder dat de bewoners zo verschillend zijn in uiterlijk, gedrag en taal. Er zijn op onze wereld meer dan tweeduizend talen die zowel mondeling als schriftelijk worden gebruikt, en nog tweemaal dat aantal dat alleen mondeling wordt gebruikt. Met bijna zevenduizend talen is het dan niet bijzonder als mogelijke buitenaardse wezens zowel qua uiterlijk als in gedrag, maar ook qua taal van ons verschillen. Die verschillen kunnen groot zijn, maar op onze aarde wordt ervaren dat kunst zich zonder problemen veelal universeel kan presenteren. En ook al zijn de verschillen groot, ze belemmeren de waardering voor kunst niet: kunst verbindt.

Lees verder

6. Macht

In alle aspecten van ons leven toont zich de macht in velerlei gedaantes, van duidelijk herkenbaar tot moeilijk zichtbaar, maar het fenomeen macht is altijd overal. Als ons leven zijn aanvang neemt met Adam en Eva, dan begint het al met een machtsdaad, want hoe kon hun zonder macht een langer verblijf in het paradijs worden ontzegd. Als kleuter begreep ik dat al niet, wanneer ik het grote schilderij zag van Adam en Eva met die akelig streng kijkende God rond de boom der kennis en zijn dreigende handgebaar: Eruit!

Lees verder

7. In mijn gedachten kom ik overal

Ga mee in mijn gedachten naar een meer waarvan het wateroppervlak een volmaakte spiegel is. Aan de oever gezeten werp ik een kleine steen in het water. Met de kracht van zijn val brengt die steen het water in een trilling. Die impuls blijft het middelpunt van de cirkelvormige golven die dan ontstaan. Het lijkt of het water zich van dat middelpunt verwijdert, maar dat is niet het geval. Wij zien slechts wat zich aan het oppervlak afspeelt. De eerste golfringen zijn duidelijk, en het gaat maar door in telkens groter wordende cirkels, totdat de golven verflauwen. Het water herneemt ten slotte weer de vorm van het gladde spiegeloppervlak. U zult dit in uw gedachten even scherp zien als ik in de mijne. Het is een boeiend beeld dat, in onze gedachten opgewekt, zelf weer andere gedachten kan opwekken. Er is geen boek bij nodig, geen steen en geen meer, want dat alles is al in gedachten.

Lees verder

8. Bezit behaagt

Vanuit mijn kennis en ervaring als bouwmeester heb ik over alles wat vereist is om de bouw meester te zijn een aantal boeken en vele artikelen geschreven. Die gaan dan over de kwaliteit en de economische waarde van een object, en ook over de tijd die voor de realisatie ervan nodig zijn en de kosten daarvan. Aandacht is vereist voor een goede bouwtechnische kwaliteit, maar nog meer voor de functionaliteit van het object. Het begint met nog onbeschreven tekenplanken en de bouwplaats is een nog niet bedekt stukje aarde. Het is een zware opgave om de juiste verhoudingen tussen de gestelde uitgangspunten te vinden. Dit geldt voor alle soorten bouwprojecten en infrastructuur. De gebruiksfunctie van gebouwen kent één aspect dat niet altijd als zodanig wordt onderkend en sommige gebruikers bijzonder behaagt.

Lees verder

9. Groot en klein

Het verschil tussen groot en klein is relatief. Berusting in de schijnwaarheid dat het grotere de macht heeft en de gang van zaken bepaalt, is ondoordacht. Door die berusting wordt de schijnwaarheid de werkelijkheid. Het verschil tussen het geestelijke en het stoffelijke is niet enerzijds de afzondering zoeken voor spirituele activiteiten en anderzijds de weg naar wereldse rijkdom en macht bewandelen. Zo eenvoudig is dat niet. Maatschappelijke en economische problemen zouden meer vanuit het spirituele benaderd moeten worden, vindt een kleine minderheid. De invloed van zo’n beperkte groep is vanuit een ver verleden tot vandaag de dag verrassend groot gebleken. Groter worden is daarvoor niet noodzakelijk. Een goed plan en enig organisatietalent doen wonderen, en dit geldt niet alleen voor materiële doeleinden, maar ook voor immateriële zaken. Is er geen goed plan, dan is klein geen excuus voor het niet welslagen. Het is niet moeilijk talloze voorbeelden te geven waaruit blijkt dat maatschappelijke invloed en economische macht voorbehouden zijn aan grote staten. Maar dat is niet altijd zo geweest en de schijn daarvan is meer dan de werkelijkheid. Gedachten gaan naar Libanon en Rome.

Lees verder

10. Symbolische droom

In mijn droom betreed ik een kerkgebouw via een zijportaal, waarna ik in de hoofdbeuk kom. Daar staan met jassen volgehangen rekken, het lijkt een grote, rommelige garderobe. Links van de hoofdbeuk staan nogal wat mensen; er is iets aan de hand. Ik kan zonder te worden gezien dichterbij komen en mij stilletjes tussen de achterste mensen voegen. Vooraan zie ik een geestelijke in de lucht, met zijn voeten ongeveer op ooghoogte. Ik zie niet dat hij ergens op staat en constateer dat die mensen naar hem luisteren, maar zijn stem hoor ik niet. Dat beeld verdwijnt en dan lopen allen ineens in een stoet, met die geestelijke op lange stelten voorop. Door de ruimte tussen de mensen kan ik zien dat zijn voeten door de lange soutane niet zichtbaar zijn, maar die lange houten stokken wel. De stoet gaat voort door een brede straat in de richting van een water, naar een brug, maar gaat er niet overheen. De stoet gaat via een helling omlaag en komt onder de brug in een soort kelder, die doodloopt tegen een wand. Aan de linkerzijde zie ik door een groot rechthoekig gat in de wand water, waarin gelaarsde benen bungelen, wat doet vermoeden dat er mensen op een balk boven het water zitten. Plotseling zakt achter de stoet een groot traliehek omlaag en zijn wij allen opgesloten. Ik voel dat ik er niet bij hoor, die kerk niet had moeten ingaan en niet had moeten meelopen. Ik kijk naar dat gat om via die balk op de brug te kunnen komen, maar de bungelende benen zijn ineens verdwenen.

Lees verder

11. de Basilique de Sacré-Coeur in Algiers

Bij alle kritiek op het bouwen van een grote moskee in Nederland kwam de kathedraal Sacré-Coeur in Algiers in beeld en bracht mijn gedachten terug naar een halve eeuw geleden, toen ik er in De Ingenieur een technische beoordeling over schreef. Mijn inleidende zinnen waren: ‘In februari 1944 besloot de aartsbisschop van Algiers dat er een mooie en grote kerk zou worden gebouwd. Deze belofte is nu uitgevoerd door zijn opvolger.’ Mijn beoordeling betrof de constructieve aspecten van deze bijzondere, in beton uitgevoerde, moderne kerk, zoals ik ook berichten schreef over de splijtsterkte van beton en de hoogste stuwdam in Zwitserland. Algerije, met Algiers als hoofdstad van dit grote Afrikaanse land, was toen recent in het nieuws geweest omdat het onafhankelijk van Frankrijk was geworden. Een aartsbisschop impliceert een groot bisdom met veel katholieke inwoners, maar er speelden destijds geen gedachten mee over de bevolking in dat land. De strijd voor onafhankelijkheid, met een miljoen Algerijnse slachtoffers, was nog niet zo lang geleden, en kwam bij de beelden van die kathedraal evenmin in gedachten. Bij het schrijven over die kathedraal in Algiers dacht ik ook niet aan verschillen in omvang, aard en macht van godsdiensten in dat land. Alle kritiek op die grote moskee in Nederland stuurde het denken wel naar die zaken.

Lees verder

12. Alle dingen snellen voort

De oosterse dichter Tagore sprak over de levensstroom, die zijn aderen en de wereld doorstroomt en danst in ritmische maatslag. ‘Alle dingen snellen voort, zij houden niet stil, zij zien niet om, geen macht kan hen tegenhouden, zij snellen voort.’ Dit doet denken aan het levensritme in slapen en waken, in eb en vloed, in geboorte en dood, maar ook aan de jaargetijden en de bloemen en planten in de natuur. De ritmische levensstroom wekt gedachten op aan de veranderende normen en zeden. Wij leven in het heden met voor ons de toekomst en achter ons het verleden. In Rusland werd een skelet gevonden van een twintig meter lange dinosaurus die honderdvijftig miljoen jaar geleden zou hebben geleefd. In Egypte werd een versteende schedel gevonden van een aap die hier ongeveer dertig miljoen jaar geleden leefde. De eerste mens met de intelligentie van de moderne mens zou niet eerder dan vijftigduizend jaar geleden hebben geleefd. In oude symbolische voorstellingen van de Babyloniërs van nog geen vijfduizend jaar geleden wordt de troonwagen van god gedreven door vier dieren, elk met het gezicht van een mens, leeuw, stier of adelaar.

Lees verder

13. De Westergracht

Het rangeerterrein aan de Westergracht werd in augustus 1942 gebruikt voor het transport ̶ in vrachtwagons ̶ van Haarlemse Joden naar kamp Westerbork. Vandaar werden velen in veewagons als slachtvee naar Auschwitz afgevoerd. De Joodse inwoners van Haarlem werden opgeroepen zich aan de Westergracht te melden en zij die niet kwamen, werden bij razzia’s opgehaald. Onze moeder kwam totaal overstuur thuis, want had dit drama gezien en vertelde hoe door de open spleten van de wagondeuren huilende mensen om hulp smeekten. Ze schreeuwde: ‘Dit is vreselijk en we moeten er allemaal naartoe om die mensen te bevrijden.’ Inmiddels waren er meer ouderen en iedereen toonde zich geraakt door dit vreselijke bericht, maar wat onze moeder ook zei, uit vrees voor de Duitse moordenaars durfde niemand iets te ondernemen om die mensen te bevrijden.

Lees verder

14. In ’44 in Maastricht

Toen onze in Amerika wonende vrienden enthousiast spraken over de schoonheid van de natuur gedurende de Indian summer, de periode waarin de maple-bomen verkleuren, besloten wij een rustige autotocht in de staat Vermont in de USA te maken. In de eerste dagen van oktober 1995 ontwaarden ook wij de schoonheid van de Indian summer, en die blijft vooral in herinnering door een bijzondere ontmoeting in Dorset.

Lees verder

15. De zeespiegel stijgt

‘Zeespiegel’ is een bijzonder woord. Het wordt onder andere gebruikt om het niveau van de zee aan te geven, maar brengt het oppervlak van de zee in beeld. Het doet denken aan het woord ‘maaiveld’, dat staat voor de hoogte van het terrein, maar de gedachten naar het te maaien boerenland leidt. In beide gevallen gaat het om de hoogte, en nu met name over het stijgen van de zeespiegel en het dalen van het maaiveld. Dat zijn tijdelijke verschijnselen ̶ die aangeven dat onze aardbol niet oneindig zal bestaan ̶ , die voor de bewoners problematisch zijn. Op zich overigens bijzonder dat zich in het oneindig grote heelal zo’n bol voortbeweegt met daarop dat nog stijgende water, zonder dit te verliezen. Dat is met onze wetenschap goed te verklaren en iets wat alleen in gevoel blijft bestaan.

Lees verder

16. Meer van minder

In 1976 begin ik met een dagboek: gedachten over bepaalde ervaringen en belevenissen. Ik wil later kunnen oordelen hoe het leven is verlopen. Het zijn snelle notities, zonder ambitie proza te produceren, louter voor het oproepen van herinneringen. Na een halfjaar aantekeningen duurt het enige jaren voor ik weer iets opschrijf. Op 7 januari 1976 schreef ik in mijn dagboek: Prof. dr. Hartog schrijft in zijn column in NRC Handelsblad ook over de toegenomen specialisatie en ‘steeds meer weten van steeds minder’ en over het feit dat ‘deskundigheid slecht past in een anti-elitaire denkrichting’. In mijn artikel in het FD heb ik dat eerste ook aangeroerd en gepleit voor de allround manager die de rode draad nog wel ziet. En op 9 april 1976 schreef ik: De artikelen in De Ingenieur blijven de huidige mode volgen, dat wil zeggen: een zacht verhaal met foto’s geïllustreerd, die niets uitstaande hebben met de werkelijke inhoud. Ik nam mij voor hier eens iets over te schrijven. Enfant terrible?

Lees verder