14. In ’44 in Maastricht

Toen onze in Amerika wonende vrienden enthousiast spraken over de schoonheid van de natuur gedurende de Indian summer, de periode waarin de maple-bomen verkleuren, besloten wij een rustige autotocht in de staat Vermont in de USA te maken. In de eerste dagen van oktober 1995 ontwaarden ook wij de schoonheid van de Indian summer, en die blijft vooral in herinnering door een bijzondere ontmoeting in Dorset.

Omdat ik destijds nog rookte, zorgde ik voor voldoende voorraad pijptabak en sigaren voor onderweg. Bij het kiezen van een hotel moest je erop attent zijn dat er gerookt mocht worden, want in die tijd was dat in Amerika al lang niet meer vanzelfsprekend. Op donderdag 5 oktober kwamen wij aan in de Barrows House Inn in Dorset. Ik had niets gelezen over een rookverbod, maar in de Dining Room vroeg ik voor alle zekerheid: ‘Smoking is allowed?’

De ober schrok zichtbaar en zei dat roken in de Dining Room niet was toegestaan, maar wel in de bar. Dat was de naastgelegen zaal, die weliswaar iets eenvoudiger was ingericht, maar voldoende aantrekkelijk om te dineren, zeker met het voordeel daar na het diner een sigaar te mogen roken. Na het laatste gerecht pakte ik tijdens het bestellen van de digestieven een stevige afterdinner sigaar uit mijn koker. De ober reageerde verschrikt: ‘Pipes and cigars are not permitted to be smoked in the bar; you have to use them outdoors.’

Het was redelijk weer en wij besloten dan ook naar het terras uit te wijken. Door het raam zagen wij daar al een vrouw rookwaar uit haar tas halen, en haar man, die zichtbaar genietend een grote sigaar rookte. Toen we eenmaal op het terras zaten, keek die man ons begrijpend aan en zei: ‘My office in Manhattan is in a building with forty floors, but not one square foot where you can smoke.’ Na een gesprekje over die wetten tegen roken vroeg hij: ‘Where do you come from?’ Bij het horen van het woord Holland raakte hij direct verzonken in gedachten, staarde voor zich uit en wekte zonder woorden emotionele gevoelens op. Plotseling zei hij met krachtige stem: ‘I was in Maastricht in ’44.’ Ik dacht onmiddellijk aan september 1944, toen Amerikanen in aanvalsboten de Maas overstaken en Maastricht de eerste bevrijde Nederlandse stad werd. Ik keek hem vol sympathie aan en zwijgend begrepen wij elkaar. Daar stond hij, een van onze bevrijders, en die ene zin van hem, in vijfvoetige jambe, zal ik nooit vergeten: ‘In ’44 was ik in Maastricht.’