6. Macht

In alle aspecten van ons leven toont zich de macht in velerlei gedaantes, van duidelijk herkenbaar tot moeilijk zichtbaar, maar het fenomeen macht is altijd overal. Als ons leven zijn aanvang neemt met Adam en Eva, dan begint het al met een machtsdaad, want hoe kon hun zonder macht een langer verblijf in het paradijs worden ontzegd. Als kleuter begreep ik dat al niet, wanneer ik het grote schilderij zag van Adam en Eva met die akelig streng kijkende God rond de boom der kennis en zijn dreigende handgebaar: Eruit!

Vanaf het verre verleden hebben velen van hun visie op macht doen blijken. Machiavelli schrijft in de zestiende eeuw in zijn Il Principe over macht zoals de meesten primair op dat begrip reageren. In de negentiende eeuw stelt Marx: ‘Bezit is macht.’ In dezelfde eeuw schrijft Nietzsche dat het bewustzijn van de mens gering is, en in zijn uitspraken is een oordeel over de persoonlijkheid als bron van macht herkenbaar. Daarna definieerde Max Weber macht als de mogelijkheid de wil op te leggen voor het gedrag van anderen en schrijft Bertrand Russell over temperament, kansen en bekwaamheid als de drie belangrijke voorwaarden voor de drang naar macht. Vervolgens komt Norbert Elias de eer toe de relatie tussen de persoonlijkheidsstructuur en de structuur van de samenleving te beschrijven aan de hand van het beschavingsproces vanaf het einde van de middeleeuwen tot in de negentiende eeuw.

Mij spreekt erg aan hoe John Kenneth Galbraith (1908-2006) in The Anatomy of Power macht ontleedt met behulp van drie machtsbronnen en drie machtsinstrumenten. De bronnen zijn persoonlijkheid, bezit en organisatie. De instrumenten zijn straf, beloning en inspelen op geaardheid. Elke vorm van macht kan met behulp van dit systeem worden beoordeeld. Een mentaal sterke persoonlijkheid met charme, een eerlijk image en humor of ernst naar behoefte, die met een duidelijk vocabulaire over deze voortreffelijke eigenschappen beschikt, is een basis voor macht. Bezit is nog altijd een belangrijke bron van macht, ook al is een organisatie nog doorslaggevender geworden ̶ dat is een grote bron van macht, waarvan de kracht wordt bepaald door de mate waarin de leden van de organisatie de doelstellingen onderschrijven en ondersteunen. De instrumenten straf en beloning kennen een lange geschiedenis en spreken voor zich. Opvoeding, sociale betrokkenheid, overtuiging en moreel hebben van doen met het instrument geaardheid.

Het denken over macht leidt tot de wil de waarheid ter wille van het zelfrespect te onderkennen. Dat gaat van schijnbaar nietige zaken tot kwesties van leven en dood en binnen dit grote scala komen velen tot dit denken: de macht van buitenaf vraagt om een antwoord van binnen uit en het zichzelf de baas zijn is belangrijker dan alles wat daarna volgt.