8. Bezit behaagt

Vanuit mijn kennis en ervaring als bouwmeester heb ik over alles wat vereist is om de bouw meester te zijn een aantal boeken en vele artikelen geschreven. Die gaan dan over de kwaliteit en de economische waarde van een object, en ook over de tijd die voor de realisatie ervan nodig zijn en de kosten daarvan. Aandacht is vereist voor een goede bouwtechnische kwaliteit, maar nog meer voor de functionaliteit van het object. Het begint met nog onbeschreven tekenplanken en de bouwplaats is een nog niet bedekt stukje aarde. Het is een zware opgave om de juiste verhoudingen tussen de gestelde uitgangspunten te vinden. Dit geldt voor alle soorten bouwprojecten en infrastructuur. De gebruiksfunctie van gebouwen kent één aspect dat niet altijd als zodanig wordt onderkend en sommige gebruikers bijzonder behaagt.

Plaats een gebouw in de verbeelding en neem daarvoor een kantoorgebouw, een fabriek, een stadhuis of een ander gebouw waar mensen werkzaam zijn. Denk dat gebouw in een omgeving waar voordien de vrije natuur heerste, zoals op de heide, in een bos of in de duinen. Het gebouw is gevuld met mensen. Observeer het wel en wee dat zich daarbinnen afspeelt. De autoriteit in zijn indrukwekkende kamer. De hoge chef achter een groot, scheefgeplaatst bureau. Een baas in zijn hokje of een ambtenaar achter het loket. Hoe wordt het gebouw gebruikt als de autoriteit of hoge chef een medewerker toespreekt, of als de ambtenaar van achter zijn loket opereert. Houd dat beeld van die gebruikers voor ogen, maar laat het gebouw vervolgens verdampen en zie de personen dan praten in het volle licht, midden op de heide, in het bos of de duinen. Als hun gedrag in die eerlijke omgeving past en er geen lachwekkende situatie ontstaat, werd er geen misbruik van het gebouw gemaakt. De mensen zijn dan in alle eenvoud zichzelf geweest en hebben niet willen imponeren met iets dat hun feitelijk niet toebehoort.

Een mens, onderneming of instantie moet worden beoordeeld op grond van gedrag en resultaat en niet in relatie tot het gebouw waarin wordt opgetreden. Die relatie brengt eerder vaak een negatief aspect naar voren: dat bezit in zo’n geval behaagt. Rijdende op de A9 komt die gedachte altijd bij me op als ik zo’n kantoorgebouw zie. Parkinson heeft op een humoristische wijze duidelijk gemaakt dat een onderneming in kracht kan afnemen door het betrekken van een nieuw gebouw. Dit betekent niet dat gebouwen niet indrukwekkend mogen zijn in omvang en aanzien en dat het bezit van een gebouw niet zou mogen behagen. Wel duidt het op het volgende: Bouw een mooi stadhuis voor de stad. Bouw een prachtig paleis voor de koning, maar verbindt het koninklijk gezag aan zijn persoonlijke gedrag.