Als uit een wolk geboren zag ik haar

Beweegloos staande, rustig wachtend,
maar bewust van alle kijkers achter mij,
naar wat zou konen van de overzij.
Als uit een wolk geboren zag ik haar.

De nevel was niet meer, ik werd gewaar
te zijn haar enig doel en dicht nabij
geschreden, zonder woorden, kuste zij
mijn mond, gevuld met geur van mijn sigaar.

Ik was verblijd, toen zij vertelde dat
sigarensmaak zo heerlijk was, doch wist:
het is de liefde, die haar heeft gevat
en het gevoel van onderscheiding mist.
Vertwijfeld denk ik sedert dien door wat
mij overkwam: ‘Ik ben een egoïst?’