De vorm verandert

Als ik zo af en toe wat tijd besmeur,
dan twijfelt niemand of ik wel geniet.
Ik hoor, aan wie zich in verveling ziet
mijn vader zeggen: Reuring breekt de sleur.

De vorm verandert, niet de klank en geur
van eender dingen die ik achterliet.
De tijd is onverschillig, bindt zich niet.
De filosofen geven ruimte kleur.

De dingen vragen tekst en uitleg geven,
wie denkend doende is begrijpt het wel.
Ik zou als vaders opa kunnen leven
en zie de lijnen in de parallel.
De reuring baat wanneer de dingen kleven,
maar al wat zich herhaalt, verveelt ook snel.