Hoog gezag van God of zo

Ik staarde in een digitale kloof
(wat zin voor inspiratie niet vermag)
en dacht aan tijd, als blijk van hoog gezag
van God of zo, juist toen jij naast mij schoof.

De glimlach maakte mij tot filosoof;
de kloof werd water, tijd een vrije dag.
Tevreden ging ik zwijgend overstag.
Een kleine wereld met een groot geloof.

De tijd is rond, een leven kort bestaan,
doch voor verwondering is tijd genoeg.
Zij vraagt mij ’s avonds laat: ‘Waar denk je aan?’
terwijl ik aan mijn veertien regels zwoeg.
Het wordt te laat, ik heb veel tijd verdaan
en morgen komt de schilder al weer vroeg.