Relativerend

Bij het relativeren blijkt de zotheid een regelmatig terugkerend verschijnsel in het bestaan van mensen. De wijsheid van Spinoza en Erasmus heeft dat niet kunnen veranderen. De ervaring met zotheid vangt aan in de kindertijd en eindigt niet. Het herkennen van de zwakke mens moet relativerend worden ervaren. De taal voedt argumenten die in het gevoel niet worden herkend.

‘Er zijn geen verrassingen in logica.’ (Wittgenstein) ‘Logica is gegeneraliseerde jurisprudentie.’ (Toulmin) Het raadsel van tijd en ruimte is niet te vatten.

Hoe zou het aardse leven zonder zesentwintig letters zijn? Toch is taal niet meer dan een middel, maar in de geest van deze tijd wordt menig middel als een hoofdzaak gekoesterd.