Archieven

Gevoelens klikken met citaten

De korte en krachtige uitspraken van schrijvers, dichters, filosofen, wetenschappers en staatslieden worden veelvuldig geciteerd voor het beschrijven en bekrachtigen van eigen opvattingen. Sommige uitspraken dateren van duizenden jaren geleden en laten zien dat in die lange periode nauwelijks iets is veranderd in de aan de orde gestelde gewoontes en zienswijzen.

Daarbij moet wel worden aangetekend dat tijd een relatieve factor is. De moderne mens bestaat ruim honderdduizend jaar. Zijn voorvaderen waren er weliswaar veel langer, maar niet langer dan een minimale fractie van de tijd van het bestaan van de aarde. Citaten uit de afgelopen paar duizend jaar omvatten maar een kort deel van het bestaan van de moderne mens en zo bezien is het dus niet bijzonder dat er in aard en denken van de mens maar weinig is veranderd. Ze roepen wel gedachten en vragen op over de aard van de mens voor de moderne mens en die van veel nu levende, dierlijke wezens. Zal er echt vrijwel niets veranderd zijn?

Als het klikt met een of ander citaat zal het de lezer wellicht inspireren om werk van de schrijver of dichter te gaan lezen.

Vrijheid

De vrijheid in de eigen binnenwereld bepaal je zelf en blijft behouden, ook als onder het juk van tirannie dat niet altijd in blijdschap kan worden uitgedragen. De bezetting in de Tweede Wereldoorlog is als kind ervaren. Een kind begrijpt niet alles, maar wel dat er groot onrecht heerst en dat vrijheid het allergrootste goed is. Vanaf de kindertijd is het besef gebleven voor de hoge waarde van aardse vrijheid.

Zelfs een kind beseft het kleine verzet in het zingen van een verboden liedje. De bezettingsjaren zijn een tijd van intensieve huiskamerdiscussies binnen de kring van familie en goede vrienden. Daarin schuilt de voeding voor het buitengewone enthousiasme om te streven naar een betere wereld. Hoelang heeft dat geduurd?

Buitenaardse

Het bovenaardse inspireert het innerlijke leven. Een symbolieke werking, zoals ook de witte roos gedachten wekt. Kan de binnenwereld buitenaards zijn? Gedachten in deze sfeer zijn niet te ordenen en te sturen. Het blijft bij een poging om die sfeer te verwoorden.

In dromen worden beelden van het aards bestaan in een niet altijd te vatten fantasie getoond. Dat theater is al aan de gang en de dromer mag er even bij zijn. Zo symboliseert de droom het korte aards bestaan van de mens.

Bijna vijftig jaar geleden schreven Helmer Ringgren en Åke v. Ström ‘De godsdiensten der Volken’. Het aantal daarin omschreven godsdiensten is al nauwelijks te tellen en hoeveel zijn er meer dan door deze godsdienstkenners toen zijn genoemd. Een ieder kiest de ware God, maar wel van eigen keus.

Aards gezag

Aards gezag heeft niet alleen betrekking op regering en overheid, want heeft minstens evenveel betekenis bij kerken, verenigingen, instituten en presterende personen. In al die andere situaties kan sprake zijn van een respectvol, op kennis, ervaring en wijsheid gegrond aards gezag. Het aards gezag, zeker van regering en overheid, is echter veelal dwingend tegen beter weten in. Daar is dan meer bij in het geding dan de hierna genoemde drie zaken.

Voor het vasthouden aan gelijk vormen woorden een grote steun en als dat niet langer mogelijk is, helpt het woordje ‘misverstand’ om het ongelijk te erkennen.

Kritisch

Zo anders zijn gebeurtenissen die niet in een korte flits optreden, maar zich in een lange tijdsprocedure ontwikkelen. Ze sporen aan tot kritisch denken. De dwaasheid over het nieuwe millennium. De toenemende verbazing over het optreden van onfatsoenlijke ijdeltuiten en de serieuze beoordeling daarvan door menigeen. De door weinigen begrepen zotheid bij een politieke enquête. De overeenkomst tussen de imam van nu en de kapelaan van vroeger. Het dwars door het land bouwen van een feodale muur.

De toenemende verbazing over deze gebeurtenissen gaat over in kritisch beoordelen. Het willen samenvatten van gedachten daarover stimuleert het denken. De mening wordt in veertien regels gepast. Het is een eerste afrekening om daarna relativerend te kunnen beschouwen.

‘Hij die alleen zijn kant van de zaak kent, weet er weinig van af.’ [John Stuart Mill]

Intuïtie

Voor het uitoefenen van een ambacht moet na een leerperiode wijd en zijd ervaring worden opgedaan. Het zich op deze wijze tot meester bekwamen, is vereist om met respect afdwingend gezag te kunnen optreden. Dit geldt niet alleen voor handarbeid maar voor alle werkzaamheden. Dit gevoel stemt kritisch over de geest van deze tijd.

De ontwikkeling van de laatste jaren roept gedachten op aan een oud Arabisch gezegde: “Ervaring is de bril van het verstand”. Ook aan hetgeen in 1690 al werd gezegd door de Engelse filosoof John Locke: “Kennis kan hier ervaring niet te boven gaan”. Met de verbondenheid aan de intuïtie en het inzicht, dat die op kennis en ervaring is gegrond, richten de gedachten zich op het relativeren van deze hype in een sonnet, waarvoor de eerste zin ‘De intuïtie waakt en is ons lief’ direct in het hoofd komt. Lees het boek dat Paul Scheffer schreef over zijn grootvader Herman Wolf (1893–1942). Herman Wolf schreef over rationalisme en irrationalisme. Over de irrationalist, die instinct en intuïtie ziet als bronnen van kennis, die een dieper inzicht in leven en werkelijkheid geven. Paul Scheffer noemt tijdgenoten van zijn grootvader. Er blijkt niets nieuws onder de zon en duidelijk is, dat de grootheden uit het verleden al duidelijke uitspraken hadden voor het intuïtief checken van de waarheid.

“Massa en collectief kunnen werkelijk zonder waarheid leven; ze hebben er geen behoefte aan en zijn er evenmin toe in staat” [Ortega y Gasset 1883–1955]

Relativerend

Bij het relativeren blijkt de zotheid een regelmatig terugkerend verschijnsel in het bestaan van mensen. De wijsheid van Spinoza en Erasmus heeft dat niet kunnen veranderen. De ervaring met zotheid vangt aan in de kindertijd en eindigt niet. Het herkennen van de zwakke mens moet relativerend worden ervaren. De taal voedt argumenten die in het gevoel niet worden herkend.

‘Er zijn geen verrassingen in logica.’ (Wittgenstein) ‘Logica is gegeneraliseerde jurisprudentie.’ (Toulmin) Het raadsel van tijd en ruimte is niet te vatten.

Hoe zou het aardse leven zonder zesentwintig letters zijn? Toch is taal niet meer dan een middel, maar in de geest van deze tijd wordt menig middel als een hoofdzaak gekoesterd.

Filosoferend

Filosoferen is volgens ‘Van Dale’ wijsgerig een stof behandelen of diep nadenken. Het denken intrigeert. Veel meningen berusten niet op denken en zeker niet op diep nadenken. De invloed van het schrift is nauwelijks te vatten. Gevoel, klank en geur zijn belangrijk. De taal schiet als middel te kort om alles te doen kennen. De vraag komt waarom zoveel tot denken dwingt. Diep nadenken is moeilijk en in de poging daartoe ontstaat het gevoel iets te begrijpen dat moeilijk is te verwoorden.

Tagore, Gibran, Stuart Mill, Schumacher en tientallen anderen slagen daar wel in. De pogingen vinden troost in de uitspraak van Ortega y Gasset: ‘De weg is beter dan de herberg.’

Paul Ricoeur wordt aangevoeld in zijn: ‘Er is geen begrip van het zelf mogelijk dat niet bemiddeld is door tekens, symbolen en teksten. Uiteindelijk valt ons zelfbeeld samen met het beeld dat wij hebben van deze bemiddelaars.’

Spontaan

Bij het waarnemen met oog en oor voegt zich spontaan een gedachte. Gedachte, beeld en geluid worden geïntegreerd in het geheugen opgenomen. Zo ontstaan de herinneringsflitsen. De kleinzoon voelt feilloos aan op welke wijze hij de in zijn werk verdiepte grootvader kan storen. Het beeld van de gelijkvormige mannen aan weerszijden van de lange tafel in de museumzaal. Het als kind, gezeten op de kerkbank onder de preekstoel, zich verbazen over de preek en het gedrag van de rondom gezeten boeren. De flits van een vriendin in haar jongere jaren, staande voor haar huis. Bij het schrijven even opzien en constateren hoe de kat alles gadeslaat.

Deze spontane gedachten zijn bepalend als verwondering. ‘Het begin van de wijsbegeerte is de verwondering.’ (Plato). Ze leiden een kritisch beschouwen in, wanneer de beelden associëren aan bepaalde ervaringen.

Denken

Denken begint veelal als een reactie op een in gedachten komende herinnering en menig uitzicht wekt ook kijkend denken op. In denken kan een grote kracht ontstaan en terecht wordt denken in het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal van Dale omschreven als ‘het verstand doen werken’. Het is het best getypeerd door Descartes (1596–1650) in zijn Pricipia Philosophiae: ‘Ik denk, dus ik besta’.

‘No amount of energy will take the place of thought’ [Henry van Dyke 1852–1933]